Tijdens het lezen van O, Louis (geschreven door Hugo Borst) kwam er bij mij telkens één vraag naar boven: waarom zou Louis van Gaal er niet álles aan doen om wereldkampioen te worden en hier niet in slagen? Hij, die niet alleen heilig gelooft in zijn visie op voetbal, maar ook in zijn hele levensvisie. Hij, die het mislopen van het WK in 2002 nog altijd beschouwt als de grootste blamage van zijn loopbaan. Hij, de bondscoach die menig journalist hekelt om zijn gebrek aan voetbalkennis; die wil er toch alles aan doen om zijn gelijk te bewijzen?
De belangrijkste vraag die we moeten beantwoorden om de kansen van Oranje op het aanstaande WK te beoordelen is niet: moeten we 5-2-3 of 4-3-3 spelen? Het gaat er allemaal om of Van Gaal heeft geleerd van zijn fouten. Geeft hij toe dat hij zelf ook wel eens feilbaar is?
Het antwoord: ja, dat kan eigenlijk niet anders. Jarenlang moet Van Gaal iedere dag aan het verlies (1-0, McAteer ’68) in Dublin hebben gedacht. Zijn missie om met Oranje wereldkampioen te worden – met een generatie die alles kon behalve penalty’s nemen – mislukte hopeloos. Op de persconferentie bij zijn vertrek als bondscoach sprak hij: ‘Voor mij is vandaag een hele trieste dag. Anderhalf jaar geleden was ik ongelofelijk blij. Ik heb toen verteld dat ik het een eer vond om bondscoach te zijn en mijn ambitie was om wereldkampioen te worden. (…) We zijn niet eens op het WK gekomen. Dat vind ik heel erg triest en teleurstellend.’ Over wie hem wel en niet hadden gesteund als bondscoach, zei hij: ‘De KNVB: plusplus heb ik gezet in mijn aantekeningen. Het publiek: plus. De media: minmin.’
Nu krijgt hij nog één kans om Nederland te overtuigen van zijn visie op voetbal én het leven. Eén kans om zijn duizend-en-één boze blikken naar Hans Kraaij junior te doen vergeten. Eén kans om écht de boeken in te gaan als de beste coach van ons land, ongeacht hoe vaak Frank de Boer met Ajax kampioen van de Eredivisie wordt. Daarbij vertrouwt Van Gaal volledig op zijn visie. Geen gedoe met die Hollandse School: gewoon vijf verdedigers opstellen om het gebrek aan kwaliteit te compenseren. Sneijder, Robben en Van Persie doen de rest wel. Oranje bereikte in 2010 immers ook niet met het meest frivole voetbal de finale. En eerlijk is eerlijk: de huidige verdediging doet niet heel veel onder voor Van der Wiel, Heitinga, Mathijsen en Van Bronckhorst die in de finale tegen Spanje 116 minuten lang de ‘nul’ wisten te houden.
Mocht zijn missie slagen, dan krijgt Van Gaal in de dagen na de finale de mogelijkheid om in de dagen na de finale een persconferentie te organiseren – weer live uitgezonden door RTL en NOS – en uit te leggen waarom Nederland zich na drie verloren finales in 2014 wél tot de beste van de wereld wist te kronen.
‘Dit is het eindrapport door Louis van Gaal. Aan de fans geef ik een plus. De spelers: plusplus. De scheidsrechter in de finale: min. De Nederlandse media: minmin. En om onder deze omstandigheden toch wereldkampioen te worden… Daarvoor heb je dan wel een hele goede bondscoach nodig. Daarom geef ik Louis van Gaal en zijn technische staf ook een plus. Gefeliciteerd allemaal.’
Als het lukt in Rio, zal zelfs Johan Derksen hem geen ongelijk kunnen geven.
Foto: Flickr/ING Nederland