Warming-up

Op 24 mei 2017 staat Ajax voor het eerst in 21 jaar weer in een Europa Cup-finale. De hoofdrolspeler in mijn verhaal over deze avond is Vijfentwintig.

Dit is een fragment uit mijn verhaal over de verloren Europa League-finale van Ajax tegen Manchester United in 2017, met de titel Middencirkel.

Ze zeggen dat alle kunst uit leegte voortkomt: boeken beginnen met een blanco bladzijde, films met een zwart scherm en voetbalwedstrijden op een verlaten grasveld. Kunstenaars bouwen op deze leegte voort. Ze vertragen tijd, voeren spanning op of wekken verwachtingen — allemaal met het doel om het verbond met de lezer, kijker of fan te versterken. Door geleidelijk toe te werken naar het moment waarop druk de mooiste dromen en grootste angsten vloeibaar maakt, kan de kunstenaar het publiek laten geloven in zoiets als perfectie.

Concreter: denk aan een bal die in de laatste minuut van de blessuretijd over de keeper heen wordt gewipt waardoor honderden kilometers verderop in Amsterdam asynchroon een oorverdovende oerkreet opstijgt. Eerst uit de kelen van de fans die de wedstrijd via de radio volgen, negentien seconden later overstemd door de meerderheid die in de kroeg naar een groot scherm kijkt en drie tot vijf minuten later door de enkeling die thuis helemaal alleen voor de tv zit en in de slotfase nodig moest pissen en met de broek tot onder de knieën de woonkamer komt binnen gewaggeld om te kijken of dat opgewonden getetter van de commentator op zijn plaats is.

Je hebt je nek gebogen en kijkt naar de zwartrubberen vloertegels. Vanavond is een speciale avond. Daarom zit je op een zacht geel kussen dat iemand op de houten bankjes heeft neergelegd voor jou en je zeventien ploeggenoten. Achter je staat een goodiebag met het logo van de UEFA. Je weet nog niet wat erin zit, misschien een cadeau om de underdog een extra hart onder de riem te steken.
In een U-vorm wachten jullie rondom de luxe dressoirkast in het midden van de kleedkamer. Er liggen bananen, pruimen, overrijpe appels en, merkwaardig genoeg, zandkoekjes in de fruitschaal. Alsof voetballers het risico willen lopen om de belangrijkste wedstrijd uit hun carrière te spelen met koekkruimels op de kraag van hun shirt.

Je pakt een bal en stuit hem met je handen voor je op de grond.

Eén, twee, drie, vier, vijf.

De klappen kaatsen zachtjes tussen de tegels en het witte systeemplafond heen en weer. Tien kijkt verstoord op. Hij ziet bleek.

‘Alles oké?’

Je knikt kort. Normaal gesproken geeft hij het teken dat het tijd is om het veld te betreden en de warming-up te starten. Maar vanavond is hij stiller, hij lijkt te wachten op iets of iemand. Misschien op dezelfde persoon die de kussens en goodiebag heeft geregeld.

Naast je zit Vier met een gigantische koptelefoon als twee Mickey Mouse-oren op zijn hoofd. Het geschetter van Amsterdamse smartlappen giet hij rechtstreeks zijn oren in. Alsof de muziek gelijk staat aan de drank die hij in een ander leven op een avond als deze naar binnen zou hebben gewerkt. Je kent het wel van verhalen: gewoon met vrienden in de kroeg voetbal kijken. En één avond doen alsof er niets anders is dat telt.

Voor jou is dit niet één avond. Voor jou hangt deze wedstrijd samen met alles wat je in de afgelopen jaren opzij hebt gezet. Uitslapen in het weekend, laveloos voor de tv hangen en vooral: niet te veel hoeven nadenken over wat zo weer van je verwacht wordt. Het enige wat jij kent is het zeurende gevoel dat je moet focussen. Nu, straks en morgen. Daarom moet vanavond er voor jou toe doen.
Je bent het wachten op Tien zat en loopt de kleedkamer uit. Je aait de bovenkant van het leer van de bal, zachtjes voor je uit, de spelerstunnel door, en houdt je hoofd naar beneden gericht. Straks heb je tijd genoeg om de teamfoto’s aan de muur te bekijken.

Waarom zou je? Na vanavond moet de tunnel vol hangen met foto’s van jou. Dat is de missie.

Onderaan de trap naar het veld blijf je staan. Langzaam rol je de bal op je rechtervoet en tik je hem omhoog. Je schiet hem in één keer het veld op. In je kuit voel je een spier onbevredigend trekken. De volgende keer moet het harder, hoger en afgemeten in het doel.
Je stormt de trap op. Je rekent op het onthaal dat gladiatoren vroeger kregen wanneer zij de arena betraden voor een gevecht op leven en dood. Je hoopt op luid gejuich, getrommel en gestamp dat vanaf de tribunes naar beneden dendert.

Maar nee, niets van die gladiatorenglorie. Er zit nog maar een paar duizend man op de tribunes en het volume van hun geroezemoes blijft gelijk, volkomen onverschillig over jouw verschijning. Langs de zijlijn heeft zich al wel een handjevol journalisten verzameld.

‘En daar hebben we hem toevallig,’ tettert een journalist die met een microfoon naast je komt lopen. ‘Op de sociale media doen momenteel een aantal merkwaardige geruchten de ronde, laten we eens vragen wat hiervan klopt. Vijfentwintig, verloopt de voorbereiding naar wens vandaag?’

Je negeert de microfoon en richt je blik op de bal: je hebt hem vijf meter buiten de middencirkel geschoten.

‘Kan beter,’ antwoord je en je loopt verder.

‘Kun je de fans met een paar woorden geruststellen zodat ze weer rustig kunnen slapen?’ hoor de journalist nog aan je rug vragen.

Weer die verwijtende ondertoon. Alsof er fans bestaan die nu zouden wíllen slapen. Het enige wat ze willen is dagdromen, met hun ogen op de klok gericht.

Je neemt de bal binnenkant voet mee en dribbelt over het pas gesproeide gras de middencirkel in. Daar blijf je staan.

Je kijkt om je heen naar de honderden stipjes boven je die zich over de tribunes verspreiden. Je weet niet hoe ze heten, waar ze precies vandaan komen of met wie ze zijn. Je weet alleen dat ze vanavond samenkomen voor jou.

Je doet je ogen dicht en probeert alles om je heen in je op te nemen: echo’s van gezang weergalmen hol, terwijl om de haverklap een vuurwerkbom af gaat. Je ruikt de kruitdampen die zich geleidelijk verspreiden. Boven al het geluid uit, klinkt één heldere stem: het is de stadionspeaker die de spelersnamen opsomt.

Jouw naam wordt genoemd en er daalt een applaus op je neer. Een enthousiast gejuich stijgt op en neemt je mee naar een moment later op de avond, het moment waarop de kaarten zijn geschud en je aan de lichte trilling in je hand voelt wat er gaat gebeuren als de scheidsrechter straks voor de laatste keer op zijn fluitje blaast.

De leegte is verdwenen, het kunstwerk krijgt vorm — en jij staat er middenin.

Dit was een fragment uit mijn verhaal met de titel Middencirkel.

Meer lezen? Lees verder>

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.