Binnenstadbeleving: ‘Wij hebben nog geen Dille en Kamille’

 “Ik ben import.”  

Met die woorden introduceert maandag 8 mei de dagvoorzitter zichzelf op het symposium De toekomst van bruisende binnensteden en dorpen. Hij is weliswaar niet geboren in Dordrecht, de stad waar we deze avond zijn, maar woont er al wel meer dan tien jaar. Hij heeft gewerkt als verslaggever voor RTL Nieuws ‘in Nederland en overal op de wereld’ en is nu presentator van het journaal.

Het symposium staat in het teken van transitie en de maatschappelijke waarde van retail (winkelstraten), gaat de wethouder van Dordrecht verder: “Winkelen was vroeger: je ging naar een winkel. Tegenwoordig is het een beleving. Dat vraagt dus iets van ons.”

Hij benadrukt het belang van transities. “Vroeger was dit nog een stoffig museum,” zegt hij met een gebaar naar de ruimte om ons heen. Hij laat in het midden of we ons hier nu ook in een beleving bevinden.

De wethouder is enthousiast over zijn eigen stad, maar ziet nog voldoende ruimte voor verbetering: “We hebben nog geen Dille en Kamille.”

Griekse agora

De volgende spreker wordt door de dagvoorzitter gemaand achter een tafel plaats te nemen. “Ik heb kaartjes, een klikker en een microfoon, dus ik blijf hier staan,” zegt de man resoluut. Hij begint een analyse over de overmacht van marktmacht en waarom deelplatforms als Amazon en Bol.com een bedreiging vormen voor de winkelstraat. Wat kunnen we daartegen doen? “De oplossing ligt in lokaal samenwerken, samenleven en samen geld verdienen.”

Ondertussen heft een man naast mij bij iedere nieuwe slide zijn iPad – zoals de aanvoerder van Feyenoord naar verwachting zondag de kampioensschaal omhoog zal tillen – om een foto te maken van het scherm.

“We moeten terug naar de Griekse agora, terug naar de tijd dat we spontane ontmoetingen in de binnenstad met de inrichting van de publieke ruimte weer organiseerden. Minder focus op vastgoed en plekken waar je je geld moet besteden,” besluit de spreker zijn betoog.

The Mall of the Netherlands

Het seminar gaat verder met drie panelgesprekken.

“Als je niet kunt delen, kun je ook niet vermenigvuldigen,” zegt een ondernemer die zijn microfoon met een ander panellid moet delen.

“We willen graag een gezellig centrum zijn, met gezellige winkels, maar geen adventure park zoals The Mall of the Netherlands,” opent een wethouder van Voorschoten zelfverzekerd. “Daarom willen wij ons cultureel centrum voortaan in ons centrum onderbrengen. Het ligt er nu buiten.”

Maar hoe ga je met bewoners om die misschien helemaal niet zitten te wachten op een levendige binnenstad en vooral rust willen?

“Je moet engelengeduld hebben met bewoners van de binnenstad, daar kun je niet met twee benen in vliegen,” tipt een ondernemer.

“Je hebt de geneugten van de binnenstad en het zure, daar moet je het mee doen,” beaamt een tweede spreker. “We zijn met bewoners, ondernemers en vastgoedeigenaren om tafel gegaan om het te hebben over de vraag: hoe zijn wij de stad? Dat doen we niet op huisnummer maar per vlek.” Ze toont een bord met zwarte lijnen en tientallen gele, groene en paarse vierkantjes dat nog het meest doet denken aan een door elkaar gehusselde reproductie van Mondriaan. Alleen de blauwe P in de hoek suggereert dat het gaat om een andersoortig meesterwerk.

Een tweede wethouder sluit zich erbij aan dat het belangrijker om oog te hebben voor het totale plaatje: “Binnensteden worden niet meer gezien als losse onderdelen met winkels. Het is één bedrijf, één mega-Bijenkorf. Door op die manier te kijken kun je samen dromen van een grotere waarde van de binnenstad.”

Grote schoenen

In de zaal loopt de temperatuur inmiddels flink op, zoals wel vaker gebeurt in stoffige musea. Er worden glazen met water uitgedeeld.

Een retailexpert neemt het woord: “Ik verkoop schoenen voor mensen met grote voeten. Niet voor jou,” zegt ze wijzend naar de dagpresentator. “We beginnen bij maat 46.”

Ze benadrukt dat er te lang weinig oog is geweest voor de sociale functie van binnensteden: “Als je vraagt wat is een winkelstraat, vraag je eigenlijk: wat is een mens? Winkelstraten zijn net social media, maar dan echt.”

Een van de ondernemers hekelt dat er vanavond wel erg veel in algemeenheden wordt gepraat. “Door te zeggen dat we van een place to buy naar een place to be moeten, blijft onduidelijk waar het echt om gaat. We moeten het doel van ieder gebied in de stad voor ogen houden. Voor wie richten we deze straat of dit plein in?”

Tegen het einde van de avond wil de dagvoorzitter van een vastgoedondernemer een voorbeeld van een project dat is gelukt en waar hij trots op is.

“Iets in vijf jaar laten lukken in Nederland is vrij lastig,” antwoordt hij.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.