‘Hierna is het op’, zegt de trainer voor de cursus Gemeentefinanciën voor niet-financiële medewerkers. Hij doelt daarbij niet op het geld in de gemeentekas, maar de naambordjes in de oude huisstijl waar we onze naam op mogen schrijven.
Een cursus speciaal voor medewerkers die iets niet-zijn, ongewild word je daarmee toch in een hokje geduwd. Omdat de gemeente Gouda zeker niet wil stigmatiseren, starten we met een voorstelrondje om te vertellen wie we wél zijn.
De trainer verzoekt nadrukkelijk om geen afkorting van je afdelingen of beleidsdossiers te gebruiken.
‘Afkortingen zijn bij iedere gemeente weer anders.’ De ene ambtenaar verstaat onder de Wmo de Wet maatschappelijke ondersteuning, een ander de Wet markt en overheid.
‘Echt?’ vraagt iemand verwonderd.
De trainer verzoekt ons verder nadrukkelijk om niet te werken tijdens de training, zijn ervaring met coronatijd was dat ambtenaren wel deze behoefte hadden.
‘Dat is niet de bedoeling.’
Het eerste deel van de cursus bestaat uit een algemene uitleg over de rol van de gemeenteraad, de gemeentesecretaris en het college: wie van hen gaat over het geld en wie van hen denkt alleen maar over het geld te gaan?
In de zaal is het behoorlijk fris, er ontstaat in de pauze behoefte om de temperatuur te verhogen. ‘Jij hebt ook heel weinig kleding aan,’ zegt een communicatieadviseur bezorgd tegen een cultuurhistoricus.
‘Dames ervaren kou ook anders en de temperatuur in dit gebouw wordt ingeregeld door een man. Voor de rest zeg ik niets,’ bezweert een ander, vermoedelijk als argument om de kachel hoger te zetten.
‘Je moet gewoon iets vaker bewegen,’ adviseert een man die gaat over het gemeentelijk vastgoed.
De jaaromzet van de gemeente Gouda bedraagt ongeveer 350 miljoen euro. Dat is veel, maar we moeten ons niet laten overweldigen door dat bedrag: ‘Ik heb geleerd dat als je je werk met verstand doet, het meestal wel goed komt. Anders verzuip je in de regelgeving.’
We gaan verder met een uitleg over de verschillende inkomstenbronnen van de gemeente.
‘Wie gaat er over de toeristenbelasting? Die mag flink omhoog, want het is op zaterdag veel te druk in de stad en zo onwijs bijzonder is Gouda ook weer niet.’
Een gebiedsregisseur stemt in en noemt Gouda ‘het Venetië van Noord-Europa’.
Een beleidsmedewerker economie houdt zich opvallend afzijdig van de discussie of het te druk is in de stad.
Na het laatste deel van de cursus – ‘een accountantscontrole geeft altijd gezeik, maar dat is bij iedere gemeente zo’ – besluit de trainer met de woorden: ‘Dank dat jullie niet hebben gewerkt.’