‘Een platform is een platte tafel met data en algoritmes en gebruikers, die mix je met elkaar en daar komt beleidsoutput uit,’ aldus een spreker op het congres Dag overheid, hallo platforms! van de provincie Zuid-Holland op donderdag 4 april.
Later op de middag zal hij zijn 06-nummer met de 200 aanwezigen delen. Hij wil over twee jaar een vergelijkbare bijeenkomst houden, maar dan voor tweeduizend man en roept ons op het woord te verspreiden over het belang van de gespreksthema’s van die middag.
‘Dan zijn we echt een platform!’
Maar wat is een platform precies? Tot de definitie van de platte tafel blijft het antwoord op die vraag hinderlijk in de lucht hangen tijdens het publieksgesprek. Na een kwartier constateert de dagvoorzitter ook dat de helft van de aanwezigen zich op de verkeerde plek bevindt en het gesprek daarom alle kanten op vliegt: de bedoeling was om bij binnenkomst bij mensen met dezelfde kleur te gaan zitten. Die kleur correspondeert weer met één van de vier scenario’s voor de toekomst waarin overheidsdominantie, tech-overheersing door platforms en burgercollectiviteit elkaar afwisselen. Zo draait het eerste scenario om rust, orde en regelmaat: niet vanwege de ophanden zijnde babyboom, maar om de overheid die via platforms de hele samenleving controleert en regisseert.
Na een grote stoelendans zit iedereen waar die behoort te zitten en kan het eerste panelgesprek beginnen. Het gaat daarbij onder andere over de vraag hoe Alliander prioriteert tussen bedrijven en organisaties die een aansluiting op het net willen. De consensus luidt dat je hier geen algoritmes van platforms op kunt loslaten, maar een discussie moet voeren over waarden en daarmee over de vraag of een datacentrum wel of niet eerder moet worden aangesloten dan een ziekenhuis.
Een tweede spreker sluit zich hierbij aan en stelt dat ‘alle geneuzelbeslissingen waar de Tweede Kamer nu mee bezig is’ moeten worden uitbesteed aan het algoritme. Dan kunnen politici weer op basis van waarden het debat voeren over de vraag hoe zij belastinggeld willen besteden.
De conclusie van het gesprek is dat we met elkaar moeten durven dromen over wat voor platform we over twintig of dertig jaar willen in plaats van te blijven hangen in beperkingen door de AVG.
‘Neem hoe gemakkelijk je nu je belastingaangifte kunt doen als uitgangspunt.’
Een vragensteller uit het publiek betoogt dat achter data altijd een verhaal zit en het de rol van de overheid is om dat verhaal op tafel te krijgen. Vanuit het niets ontstaat een discussie over de video-deurbel en de bijbehorende uitdagingen in de regelgeving. Volgens een ambtenaar van Binnenlandse Zaken is de rol van de ambtenaar van de toekomst om hierover een maatschappelijk debat organiseren waarbij zoveel mogelijk mensen meedoen. Aan de hand daarvan kan vervolgens een weloverwogen keuze worden gemaakt tussen privacy en veiligheid.
Ook het tweede panelgesprek levert voor liefhebbers van ambtenarejargon enkele pareltjes op.
‘We moeten het gesprek over de overheid van de toekomst voeren daar waar de burger is. Bijvoorbeeld bij het loket van de gemeente. Anders gebeurt er geen reet.’
‘Succesvolle platforms zijn goed in klantenbinding en vertrouwen. Daarom moet je je afvragen of de overheid wel geschikt is om een platform te bouwen, ook al beschikt het wel over unieke content.’
‘Bij het Kadaster werken we aan wereldvrede, want in andere landen ontstaan oorlogen over de vraag van wie welke grond is.’
Na die laatste, wellicht iets te hoopvolle boodschap begon de borrel.