‘Ik heb er al twee!’ zegt de accountmanager Economie enthousiast bij mijn begroeting op de Kleiweg.
Ze doelt niet op twee zeldzame Pokémon die ze heeft gevangen, maar op ondernemers die bereid zijn een bijdrage te leveren aan de vergroening van de grootste winkelstraat van Gouda. Ons plan is om lavendeltuintjes aan te laten leggen op de Kleiweg.
‘Het zijn geen tuintjes, maar borders,’ nuanceert ze. ‘Dan klinkt het behapbaar voor ondernemers.’
Het geld voor de lavendel komt uit een potje voor vergroening van de gemeente, maar het potje is er niet voor om de lavendel op de lange termijn paars te houden: voor het onderhoud hebben we commitment van de ondernemers nodig.
Advies van de participatieadviseur
Onze missie voor vanmiddag is dus om ondernemers te overtuigen af en toe zelf een gieter te pakken om de lavendel water te geven. ‘En eventueel stukjes plastic met handschoenen uit hun border op te pakken.’
Volgens een participatieadviseur van de gemeente hoeft de steun van de ondernemers voor ons plan niet per se gegoten te worden in een contract met een handtekening: ‘Het gaat er om dat we geen gezeik krijgen. Hoe je dat regelt, maakt niet uit.’ Zij legt me ook uit dat de ondernemer verantwoordelijk is voor de eerste 30 centimeter lavendel tegen de gevel, voor de overige centimeters kan de gemeente zorg dragen.
Vastberaden stappen we een eerste winkel binnen met spulletjes voor toeristen.
‘Dit is geen winkel,’ zegt de accountmanager direct, wijzend op de zo goed als lege inventaris van het pand waar circa 45.000 euro huur per jaar voor wordt neergelegd. Ik knik kort, ondanks mijn beperkte ervaring met witwasoperaties, maar ik wil bij onze eerste klant graag van het goede van de mens uitgaan en begin onverstoord aan ons verkoopverhaal.
De jonge kassamedewerker knikt begripvol en belt iemand die toestemming zou kunnen geven. Na mijn verhaal over de lavendelborders nog eens te hebben verteld, zegt de stem aan de telefoon dat ik Bas moet hebben. De jonge kassamedewerker knikt weer en toont me het nummer van Bas op zijn telefoon waar ik een foto van maak. Het eerste haakje voor een steunbetuiging is binnen.
Afhaal- en bezorgzaak
Tegenover de toeristenwinkel staat al enige tijd een pand leeg waar voorheen een delicatessenwinkel zat. Nu lijkt er leven te zijn, de deur van het pand staat open en dat is voor de accountmanager een teken om naar binnen te kijken.
‘Ik moet weten wat in de binnenstad speelt.’
Een vrolijke Italiaanse man kijkt om het hoekje en vertelt – geholpen door de spraakassistente van Google Translate – dat hij hier werkt aan een afhaal- en bezorgzaak voor pizza’s.
‘Weet u dat u een vergunning nodig heeft voor afhaal- en bezorgzaken?’ zegt de accountmanager tegen telefoon van de man. Bij die woorden begint hij vrolijk te lachen en verwijst naar zijn broer die wel Nederlands spreekt. Hij lijkt te willen suggereren dat zijn broer overal van de hoed en de rand weet, ook al is die nu afwezig.
Na vijf winkels vindt de evaluatie plaats. Tot nu toe verloopt het contact met ondernemers voorspoedig en de accountmanager is enthousiast. Wel geeft ze me mee dat ik de lavendel nadrukkelijker als een kans voor ondernemers mag presenteren om hun omzet te vergroten.
‘We zijn verkopers,’ verzekert ze mij. ‘We moeten winkeliers overtuigen dat we op die manier een rode loper voor hun klanten uitrollen.’
De autist in mij heeft moeite met al deze benamingen, maar ik heb ook geleerd dat ik me soms zakelijker moet opstellen. Dat betekent dat ik niet te moeilijk moet doen over een paarse lavendelborder die ook een rode loper is en bijdraagt aan de vergroening van de winkelstraat.
Regels en de werkelijkheid
Ik wijs erop dat we met de lavendelborders van 30 centimeter wel de ruimte voor terrassen inperken. Dat is het andere bestaansrecht van de afdeling economie bij de gemeente, volgens onze economische visie maken we van Gouda op die manier een bruisende binnenstad. De accountmanager gelooft dat het wel meevalt met die inperking omdat de straat breed genoeg is, ook als de brandweer er nog langs moet.
‘Je hebt de regels en je hebt de werkelijkheid,’ zegt ze.
Bij iedere winkel maken we foto’s van potentiële locaties om lavendel te planten. Een lastig uitvoeringsdilemma is wat we doen met leegstaande winkels zonder ondernemer die toestemming kan geven. We besluiten daarvoor te vertrouwen op de bereidwilligheid van de makelaar.
Als aan het einde van de middag zelfs een grote drogisterij mee wil werken concluderen we dat een border van vier meter tot de mogelijkheden behoort. Daarmee slaan we een belangrijke slag, ook om de hittestress in de zomer te verminderen en consumenten te inspireren om bij een temperatuur van veertig graden in de binnenstad op onverantwoorde wijze hun geld uit te geven.
We besluiten dat ondernemers die zich vandaag niet door ons verhaal hebben laten overtuigen, mogelijk nog een tweede kans krijgen als ze zien wat de lavendel bij hun buren doet.
‘Die ondernemers kunnen wellicht mee met de bezemwagen,’ concludeert de accountmanager.