Ontwikkelingsvraagstukken op het consultatiebureau

‘I-I-I-I-I live for the rock! Born to rock – until I drop!’ schalt door de wachtkamer van het consultatiebureau in Leiden. Licht gegeneerd kijk ik om mij heen, maar niemand lijkt zich te storen aan de muziek uit Paco is een rockster. Toch berg ik het boekje maar weer op, uit angst dat er een kindje op de geluiden afkomt, het boek uit Merlijns handen trekt en de polarisatie van de samenleving waar ik op tv zoveel over hoor zich voor mijn neus uitkristalliseert.

Een vader met een baby van ongeveer zes maanden staat bij de balie om een afspraak te maken in januari. Het is passen en meten in zijn agenda omdat de afspraak wel moet aansluiten op het baby-zwemmen in Voorschoten dat tussen 9 en 10 uur plaatsvindt.

‘Jij bent echt een meisje-meisje!’ zegt de vrouw daarna achter de afsprakenbalie tegen een meisje in een roze jurk, met roze, lichtgevende schoenen en een roze panty. Even daarvoor moest het meisje onder de meetlat staan, ze kwam tot aan de kroon van de leeuw op de muur.

Vraagstelling

Als ik aan de beurt ben bij de kinderarts, krijg ik de vraag of ‘alles’ goed gaat met Merlijn. Ik vind het een erg ingewikkelde vraag omdat ik vind dat hij niet anders kan dan de gelukkigste dreumes op de wereld zijn – behalve wanneer de batterijen van zijn elektrische piano op zijn – omdat ik anders simpelweg faal. Waarschijnlijk ben ik niet de eerste ouder met deze gedachte, dus ik houd mijn kritiek op de vraagstelling voor mij en antwoord bevestigend. Vervolgens hebben we het over zijn ontwikkelingen.

Wanneer de kinderarts vraagt of Merlijn al een beetje praat, antwoord ik dat hij veel ‘Aja’ zegt. ‘Dat komt omdat we voor Ajax zijn, dat vinden we belangrijk om aan hem mee te geven,’ verklaar ik.

‘Maakt hij ook bepaalde geluiden als hij iets duidelijk wil maken?’

Ik zeg dat hij vaak kaai-kaai-kaai zegt als hij enthousiast is. Ook dat wordt genoteerd. Ik twijfel of ik nog moet uitleggen dat ‘Gaaei’ ook de naam van een Deense rechtsback is die de afgelopen anderhalf jaar bij Ajax de nodige ups en downs heeft gekend en zijn naam dus regelmatig richting de televisie werd geroepen. Ik besluit van niet, waarschijnlijk geef ik dan te veel achtergrondinformatie over onze opvoedmethode.

Armoedecijfers

Het volgende onderwerp is het voedingspatroon. Ik leg uit dat ik verbaasd ben hoeveel Merlijn ’s avonds wil eten.

‘Sommige kinderen eten op deze leeftijd meer dan hun ouders,’ bezweert de kinderarts.

Terwijl ik mij afvraag of dit een verkapte sneer is naar de kabinetten-Rutte en de armoedecijfers daardoor zó sterk zijn opgelopen, geeft de kinderarts de vaccinaties aan Merlijn. De bijbehorende huilbui valt mee – of lijkt dit maar zo en doen Merlijns huilbuien mij minder dan de allereerste keer?

‘Wil je een vervolgafspraak als hij anderhalf jaar oud is?’ Slechts heel even moet ik nadenken, maar dan hoor ik een stemmetje in mijn achterhoofd zeggen: ‘Maar jij wilt toch ook alleen het beste voor Hem?’