Ik sta op het perron, sluit mijn ogen en doe één pas naar voren. Nu is het goed. Het zonlicht schijnt precies onder het stationsdak door op mijn gezicht. Ik voel hoe de koelte op mijn wangen langzaam verdwijnt. Links komt een kinderwagen aangerold, vergezeld door het getik van naaldhakken. De baby huilt hard, maar zonder uitroepteken. Een goede schrijver …